In Palm Springs aangekomen worden we meteen geconfronteerd met de woestijnhitte: het kwik klimt met gemak tot aan 40 graden Celcius. We besluiten om naar de Indian Canyon te trekken, dat vlakbij Palm Springs ligt en drie oases omvat die beheerd worden door Indianen. We zullen ons dit bezoek zeker nooit beklagen: het is het paradijs op aarde, mooier dan we ons hadden kunnen voorstellen. En gewoon ongelooflijk dat midden een dorre woestijn, zoiets moois bestaat. De woestijn zit ook vol met leven, wat je niet zou verwachten. Er leven enorm veel variëteiten: zoogdieren (big horn sheep, soorten eekhoorns en kangoeroeratten, konijnen,...), reptielen (heel veel hagedissen in alle kleuren en vormen), spinnen en slangen (die we tot nu toe niet tegen kwamen) en vogels. We genieten met volle teugen en maken een wandelingetje (langer dan anderhalve kilometer hou je echt niet vol in die hitte) waarbij we prachtige vergezichten op de omgeving voorgeschoteld krijgen.

De woestijn kan ons zeker bekoren, dus... op naar Death Valley voor meer van dat moois!
2 comments:
Schoon! 't Is daar precies best te pruimen...
En wanneer gaat ge nu naar Vegas?
Post a Comment