Wednesday, June 25, 2008

Last stop: San Francisco



Alvast twee typische sfeerbeelden: de bekende Cable Car en Golden Gate Bridge van San Francisco...

Live verslag volgt heel binnenkort!

Yosemite National Park

Op 21 en 22 juni bezochten we ons laatste park: Yosemite National Park. Eén van de drukst bezochte nationale parken, en dat hebben we gemerkt, zeker na het rustige Sequioa National Park.

We komen pas na de middag aan in onze lodge en na het uitladen en een hap in de typische Diner vertrekken we richting park waar de eerste halte de Bridalveil Fall is, een heel hoge waterval die, afhankelijk van de wind verschillende vormen aanneemt. Vergeleken met de vorige parken is het hier immens druk, wat even wennen is na de stilte van Sequioa NP. Morgen zullen we rustiger oorden in het park opzoeken...We zien van hier ook ‘El Capitan’ liggen, zowat de bekendste berg van Yosemite, één brok graniet die stijl omhoogrijst boven de rivier.
We volgen de rivier verder en stoppen aan ‘Sentinel Beach’, waar we de rafters zien aankomen en genieten van het mooie zicht. Terwijl we op het strandje staan, begint het plots te overtrekken. Het ziet ernaar uit dat het gaat onweren, de lucht voelt ook heel zwoel aan. We besluiten naar het Visitor’s Centre te gaan en er vallen zowaar enkele druppels regen (we hadden gedacht dat we geen enkel Amerikaans spatje regen zouden meemaken, niet dus). Het blijft wel slechts bij enkele druppels. We lopen even door de informatiepanelen over geografie en fauna en flora en kopen dan een heerlijke Ben & Jerry’s Ice Cream die we helemaal opsmullen! We zien ook een Blue Jay, een prachtige felblauwe vogel met een zwarte kuif.














We besluiten terug te keren naar onze lodge. Onderweg staan op een bepaald punt heel wat auto’s stil en mensen met fototoestellen: een groep van zes muildierherten is heel dichtbij en rustig aan het grazen. We parkeren ons ook even en genieten van de dichte grazers. We rijden verder en... er staan opnieuw heel wat auto’s stil. Dimitri ziet het niet echt zitten om te stoppen ‘weeral een hert’, maar ik wil toch zeker zijn wat het is. En... er staat opnieuw een zwarte beer mét een jong even verder in het bos op een grasveldje. We gaan dichter kijken (samen met nog heel wat mensen die evenveel onder de indruk zijn) en genieten van een prachtig schouwspel: het kleine beertje huppelt achter de moeder, speelt met takjes en speelt met de moeder. Gewoon schitterend! Net als we uitstapten viel er ook een grote boom om, gelukkig net ver genoeg van de weg om niet op auto’s of mensen te vallen... Redelijk angstaanjagend. We beseffen dat we ongelooflijke gelukzakken zijn dat we twee dagen na mekaar een beer mét jong zien!
















ZOEK DE KLEINE BEER!


De tweede dag is een volledige dag Yosemite en om 8.30u zijn we al op pad. In de voormiddag willen we een wandeling doen en vanmiddag gaan we de Tioga Road doen, een weg die ten noorden van Yosemite Valley ligt en het park van west naar oost doorsnijdt.
Om aan het vertrekpunt van de wandeling te geraken, moeten we een stuk met de pendelbus. In tegenstelling tot in Zion NP, rijden er minder bussen én doen ze er veel langer over (onder andere door 10 minuten stil te staan aan een halte). Ik begin me al te enerveren (bijna een uur op een stomme bus om nog geen 6 kilometer af te leggen) maar we geraken er dan toch eindelijk. De wandeling start ten oosten van de vallei en gaat nog oostelijker, richting Mirror Lake. Eerst is er een geasfalteerde weg en dan kunnen we ee loop maken rond het meer. Eigenlijk kan je niet echt meer van een meer spreken, en is het eigenlijk een verbreding van de Merced River. Vroeger was het meer veel groter maar het is geleidelijk aan het verdwijnen. De loop is totaal niet aangeduid, zodat we een stuk van een langere trail doen en eens tot bij het water lopen. Hier is er een prachtig zicht op Half Dome die de vallei met zijn steile wand domineert en op de andere rotspunten. Er staan allerlei soorten grassen die een felgroene toets geven aan het al zo mooie plaatje. Met enige improvisatie vinden we even later de weg terug.
Er komt gelukkig net een busje aan en even later rijden we met onze wagen richting Yosemite Falls. Dit is de hoogste waterval van het park en bestaat uit twee delen: een lower fall en upper fall. We picknicken in het bos met zicht op de watervallen (het brood is net eetbaar, we kijken uit naar onze vertrouwde Belgische broden) en lopen dan tot aan de voet van Lower Fall. Het is weer een drukte van jewelste... en na enkele foto’s keren we terug.


Nu kunnen we aan de Tioga Road starten. De weg is in totaal zo’n 80 kilometer tot aan de Tioga Pass. Eerst rijden we door dichte bossen met af en toe een open plek met helgroen gras, echt prachtig. Geleidelijk stijgen we en krijgen we zicht op besneeuwde bertoppen, reusachtige rotsen door gletsjers uitgesneden, moerassen, meren,... Het is echt een prachtige rit en we stoppen bijna na iedere hoek. ‘Oimsted Point’ biedt een heel mooi zicht met Half Dome in de verte en besneeuwde toppen in de andere richting. In ‘Tuolumne Meadows’, een hooggelegen moerasgebied met uitgestrekte grasvelden, een hemels frisse geur (en frissere temperaturen), veldbloemen, bergen in de verte, willen we even wandelen. Maar al snel worden we overvallen door zwermen muggen. En aangezien ik al een tiental jeukende beten heb, wil ik liever geen extra exemplaren... (Na deze aanval werd het totaal ’s avonds na telling op 17 gebracht, meer dan genoeg...)














Tenaya Lake is het eerste meer waar we stoppen. Het water is super helder en diepblauw van kleur door de mooie lichtinval. We komen nog twee meren tegen: Tioga Lake en Ellery Lake. Deze liggen al na de parktoegang. Onderweg zien we kuddes herten, een ‘Yellow-bellied Marmot’ met jong, eekhoorns, felgekleurde vlinders (onder ander koninginnepages) en mooie vogels.
Het is intussen al bijna 18u dus is het tijd om terug te keren. We genieten opnieuw van de prachtige zichten en maken nog enkele stops voor foto’s met het mooie avondlicht.

Tuesday, June 24, 2008

Bergen, reuzebomen en verrassende fauna: Sequioa National Park

Op 20 juni trokken we Sequioa National Park in, een park bekend om zijn vele oude en reuzachtige Sequoia en Redwood Trees. Aan het visitor’s centre luisteren we eerst even naar een 'ranger' die algemene uitleg geeft over het park (onde rander over de zwarte beren die er zitten en de manier waarop je met voeding moet omgaan om ze niet te lokken) en dan rijden we de stijle weg omhoog dieper het park in. Onderweg zien we een vos de weg oversteken (het begin van een topfaunadag!). Als we na een stijle en vooral lange klim (bijna een uur) boven komen, blijkt onze benzine enorm gedaald te zijn... De stress neemt even toe en we rijden door het park naar het dichtstbijzijnde pompstation, dat eigenlijk al net buiten het park ligt. De auto begint zelfs als te tuten en ‘low fuel level’ komt op het schermpje maar we halen het. Nu kunnen we pas echt genieten...

We houden halt bij het Lodgepole Visiter Centre waar de wandeling tot aan de Tokopah Falls start. De wandeling loopt langs de Kaweah River en stijgt lichtjes. De uitzichten zijn prachtig en de temperatuur ideaal. Op het einde worden we beloond met een super zicht op de waterval en nog enkele besneeuwde stukjes berg en... twee marmotten die op de stenen rondsnuffelen. Onderweg zien we heel veel mooie bloemen, vlinders en vogels.

Na deze leuke wandeling van ongeveer 5 km rijden we richting General Sherman Tree, de grootste boom ter wereld. Er loopt een pad naar (Sherman Tree Trail) dat we doen en als we er even van afwijken zien we ook nog een hert dat een dutje doet achter een grote steen. De Sequioa’s rijzen hoog boven de ander bomen uit, vooral in de breedte. De roodachtige stammen zijn echt immens en maken indruk. Ze zijn dan ook al enkele duizenden jaren oud (tot 3700 jaar!).

De volgende halte is bij Moro Rock. Deze ligt op 2100 meter hoogte en je kan hem via een stijl pad (vooral trappen) beklimmen. Eens boven, is er een prachtig zicht op een stuk bos, de Kaweah rivier en achterliggende vlakte en de hoge bergtoppen van de Sierra. Het zicht is echt indrukwekkend. We zien ook enkele 'hummingbirds' die als dikke hommels langs ons voorbij vliegen. Die beesten zijn gewoon supersnel.

Crescent Meadow is de laatste stop: een open vlakte waardoor enkele beekjes stromen begroeid met grassen, varens, bloemen,... en omzoomd door bos (onder andere gigantische Sequioa’s). We starten de wandeling en willen even uitwijken maar al gauw worden we belaagd door honderden muggen! We stappen dus snel door maar ontmoeten toch nog een gigantisch eekhoorn. Rond de meadows wandelen we nog even en zien we twee herten van heel dicht, echt mooi. We hopen ook een beer te zien (een ranger vertelde dat hij hier één gezien had met twee jongen enkele weken geleden) maar dat komt er hier niet van.

Tijd om terug te keren naar de lodge (het is al na 19u en we hebben nog een lange afdaling voor de boeg). Eerst rijden we nog door de Tunnel Log (een gigantische Sequoia die al in 1917 omgevallen is en waar een gat in gemaakt is waar je kan door rijden met de auto) en dan starten we de afdaling. We zochten nog tevergeefs door het raam naar beren... En dan draaien we de boch om en... staat er vlak voor ons neus een berin met een piepklein jong op straat!!! De raampjes worden naar beneden gedaan en de camera gaat zo snel mogelijk aan. Prachtig gewoon! Sterk onder de indruk rijden we verder: onze dag kan niet meer
stuk.

Monday, June 23, 2008

Viva! Las Vegas

Las Vegas, ‘the city of sin’: het mekka voor gokverslaafden; het toonbeeld van de wansmaak voor niet-ingewijden. Meteen bij onze aankomst wordt duidelijk hoe erg het gesteld is met de graad van artificialiteit van deze stad – als je het al een stad mag noemen, want met zijn miniatuur-Eiffeltoren, ersatz-piramiden, op schaal nagebouwde New Yorkse skyline en decadente casinopaleizen annex hotels heeft het geheel meer weg van een afzichtelijk pretpark voor volwassenen.














We besluiten om ons geluk te testen aan een slotmachine, die er na enkele irritante bliep- en tuutgeluidjes als een gewiekste mechanische dief met onze groene dollarbriefjes vandoor gaat. Aan de roulettetafel hebben we meer geluk. Nadat Tine dient te bewijzen dat ze ouder is dan 21, schuiven we gezellig aan bij een bont gezelschap geldverspelende idioten, waaronder een luidruchtige zwarte medemens die luidkeels ‘come on black bitch’ scandeert wanneer hij al zijn geld op zwart inzet en daarna ook verliest. Na een lachwekkend melige show met een ontzagwekkend grote fontein (die op de tonen van Céline Dion wolkenkrabberhoge waterstralen spuit) en een luchtruim verziekende nachtelijke lichtshow in een overdekte wandelstraat, besluiten we onze veel te dure hotelkamer op te zoeken. We slapen op de 28ste verdieping van The Stratosphere, het hoogste bouwwerk in Vegas met drie kermisattracties op de bovenverdieping en een gigantisch openluchtzwembad.




















Na een overdosis snoepkleurige neonverlichting, moddervette pokerspelende cowboys en aan de onderwereld verwante goktenten houden we het hier met veel plezier voor bekeken. Leuk om eens ‘in het echt’ meegemaakt te hebben, maar alsjeblieft daarna nooit meer. Cultureel arm zijn dan ook diegenen (en we noemen geen namen Frank) die jaar-in-jaar-uit hun integrale vakantie doorbrengen in en rond dit holle oord van verderf. Las Vegas heeft helemaal niets te maken met de rest van de VS en ontvouwt zich eerder als een schandplek in de Nevadawoestijn dan als een aan te raden toplocatie. Op naar de volgende...

Zion National Park

Zion is het eerste park dat we bezoeken dat je niet met je eigen wagen kan inrijden. Deze maatregelen werden genomen door de toenemende vervuiling in de canyon.

We rijden tot aan de ‘Zion lodge’-halte, waar de paardenpaden vertrekken; Tine gaat namelijk een uurtje paardrijden langs de ‘Virgin River’. Er is gelukkig nog plaats en even later vertrekt de groep (die voor 2/3e bestaat uit meisjesscouts, ji-haa). ‘SB’ was de naam van het lichtbruine ros dat ik bereed. Allemaal heel makke dieren die gewoon volgen en niet sneller gaan dan stap. De tocht is wel mooi: een stuk langs de rivier, door bosjes, door een cactustuin tot aan Court of The Patriarchs, waar drie bergtoppen als reuzen rond mekaar staan.




















Na het ritje te paard (en de benen even te strekken door een aanval van accute stijfheid) nemen we het busje tot aan de eindhalte, ‘Temple of Sinawava’, waar we de riverside walk doen, een gemakkelijke wandeling langs de oever. Tine gaat op het einde nog verder door de rivier, richting ‘the Narrows’, waar de metershoge rotsen steeds dichter bij mekaar staan.

Intussen is het al 19u en we hebben zin om in het zwembad én natuurlijk de jacuzzi van de lodge te duiken. Met de bus keren we terug naar het motel en we voegen de daad bij het woord.We besluiten te gaan eten in het restaurant bij het motel. Het interieur en de bediening vallen goed mee, maar het eten is het slechtste dat we al kregen: zalm met een limoensaus die uit puur limoensap bestaat en niet te eten valt en gehakt met saus en puree die zo zwaar is als drie bakstenen in je maag. Maar een magere troost: de wijn was lekker...





Bryce Canyon National Park

Na een licht ontbijtje in ons motel en een stop in de ‘general store’ voor drank en middageten rijden we naar het Nationaal Park. De typische ‘hoodoos’ duiken al snel op: rotsen die eruitzien als afgelopen kaarsvet in verschillende rode en roze tinten. De eerste halte brengt ons tot bij Sunrise Point waar we al meteen getracteerd worden op één van de mooiste zichten die we vandaag gaan zien. De omgeving hier wordt ook wel het amphitheater van Bryce Canyon genoemd door de vorm. Hier vertrekt onze wandeling voor vandaag: de combinatie van de Queen’s Garden Trail en de Navajo Trail. Het eerste stuk daalt af in de vallei en biedt prachtige zichten op de Hoodoos. In het dal is er meer begroeiing, vooral sparren, en zie je in de hoogte de rand van de canyon liggen. We volgen de Navajo Trail die ons door ‘Wall Street’ voert, een stuk met heel hoge hoodoos waar op een bepaald punt Douglassparren tussen groeien: een heel bizar zicht! Na een steile beklimming komen we aan bij Sunset Point, waar we opnieuw een heel mooi zicht hebben op het amphitheater. We wandelen over de Rim terug naar onze auto en volgen de route door het park met de vele view points die soms wel originele namen hebben: Inspiration Point, Bryce Point, Swamp Canyon, Farview Point, Aqua Canyon, Natural Bridge, Ponderosa Canyon, Black Birch Canyon, Rainbow Point en Yovimpa Point. Het een is al mooier dan het ander maar ze kunnen niet tippen aan de zichten op het amphitheater.


Na deze rit tracteren we onszelf op een ijsje in een vreemd ‘fake dorp’ net buiten het park. We zien opnieuw een viertal herten grazen en één ervan steekt net de weg over als ik voorbij rijd. Dan rijden we naar de Mossy Cave Trail waar we langs een rivier (de enige in het park die niet droog ligt momenteel) een grot en een waterval kunnen bewonderen, met op de achtergrond...de Hoodoos.
We keren nog terug naar het park waar we nog Fairyland Point gaan bekijken en naar Sunset Point gaan om de kleuren van de ondergaande zon op de rotsen te bekijken: echt mooi hoe de zon de rotsen in vuur en vlam zet!


Na deze gevulde dag is het tijd om een hapje te eten. We gaan naar het restaurant bij ons motel waar ze pizza’s serveren. En... ze zijn echt heel lekker! Alleen jammer dat de Amerikaanse ‘gastvriendelijkheid’ ons subtiel aan de deur zet om 21.45u, als ik nog een vierde van mijn pizza in mijn bord heb liggen (subtiel = lichten uit en de rekening op je tafel komen leggen).

Bryce Canyon was zeker de moeite, maar niet het mooiste dat we al zagen. We spotten er ook veel dieren: herten en chipmunks (kleine zoogdieren die overal spastisch op springen, lijkt wat op een eekhoorntje), hagedissen en mooie vogels.

On the road...

Om van Canyonlands naar Bryce Canyon te rijden, hebben we een vijftal uur voor de boeg. We vertrekken pas rond 15u, dus zal het redelijk laat zijn als we aankomen. Maar de weg biedt prachtige uitzichten en we rijden ook door een 'State park' en 'Capitol Reef National Park'.

Na een veertigtal kilometers rijden we van de snelweg en volgen een scenic byroute, één van de mooiste wegen van de regio, en dat kunnen we beamen. Eerst rijden we door Goblin’s state park, dat veel weg heeft van een maanlandschap: grijze, kale bergen met vreemde vormen. De weg brengt ons vervolgens bij Capitol Reef National Park, een park dat ik graag bezocht had, maar geschrapt werd door een overvloed aan mooie parken; een mens moet kiezen hé... Als we er door rijden, is het al laat in de middag en de zon staat heel mooi. We nemen dan ook enkele plaatjes van foto’s, onder andere van de Chimney Rock en Twin Rocks.

Kort nadat we dit woestijnpark verlaten hebben, stijgen we in korte tijd en komen in een totaal ander landschap (de temperatuur daalt ook serieus): een Oostenrijks berglandschap verschijnt. We worden omringd door sparrenbossen en weiden en op de top ligt nog een beetje sneeuw. Onderweg stop ik plots als we een viertal herten voorbij rijden en even later zien we een kudde (?) wilde kalkoenen in een weide. Leuk om zoveel dieren in het wild te zien! De bossen maken blijkbaar al deel uit van het Dixie National Forest dat tot aan Bryce Canyon rijkt, immens groot dus. Na deze berg komen we opnieuw in een meer woenstijnachtig landschap met bizarre rotsformaties. In de verte zien we een rookpluim die, zo blijkt als we dichter komen, veroorzaakt wordt door een bosbrand. Het risico is hier momenteel heel hoog omdat het al een tijd niet geregend heeft, en juni is sowieso de droogste maand van het jaar. De weg loopt richting Escalante via Boulder. En dan bereiken we eindelijk Tropic, het ministadje waar we twee nachten in Bryce Canyon Inn zullen logeren en dat op zo’n 15 kilometer van het Nationaal Park ligt.

Canyonlands van boven en van onder

Eventjes geleden... op de prairie hebben ze niet overal internet en in Vegas weigerden we nog meer geld te betalen om op internet te gaan. De decadente stad int al genoeg bloedgeld... (Dimi's verslag volgt nog). Eerst en vooral heel veel groetjes aan iedereen en tot heel binnenkort!

Waar waren we gebleven... het is al eventjes in het geheugen graven. Maar alles is bijgehouden met foto's en al. Daar gaan we...

Vanuit Moab deden we Arches National Park (zie vorig bericht) en de tweede dag (14 juni) gingen we de andere richting verkennen: Death Horse Point (een State Park) en Canyonlands National Park.
Moab is het mekka van de buitensport (mountainbike, rafting, klimmen,...) en ik heb heel veel zin om te gaan raften. Maar daar heeft Dimitri niet echt zin in (net iets te wild voor een landrat) dus zoeken we een alternatief (water bij de wijn doen moet ook tijdens een huwelijksreis, jawel). We gaan met een jetboat de Colorado op. Eerst rijden we met een heel gammele bus tot in Potash, waar we in het water kunnen. Russ is de gids van dienst die een stokoude schoolbus met jetboat achter aan de praat moet krijgen... De tocht valt goed mee, alleen het feit dat de medereizigers zo mak zijn als wat en te lui om een 10 minuten durende wandeling te doen naar fossielen en versteend hout, bederft de pret een heel klein beetje. We zien wel nog indianenpetrogliefen op de rotsen als we terugkeren. De boottocht is wel fijn: af en toe stoppen we en blijven we dobberen zodat we optimaal van de mooie omgeving kunnen genieten: rode stijle rotsen van meters hoog boven de Colorado, die redelijk bruin is van kleur. We zien de 'overlook' van het Dead Horse Point, een immense rots die boven de rivier uitkijkt. We varen tot net over de grens van 'Canyonlands National Park'. Dieper mag je met jetboats niet varen om de rust van het park te bewaren (en dat kan ik zeker volgen).

’s Avonds keren we terug naar ‘Sunset Grill’ en genieten dit keer op het terras van lekker eten (alletwee maal zalm én dessert) met een mooie zonsondergang op de achtergrond!

De volgende ochtend gaan we eerst nog naar Canyonlands (vanuit ander perspectief dit keer)voor we verder rijden naar Bryce Canyon.Canyonlands bestaat uit drie delen: Island In The Sky, The Needles en The Maze. Island In The Sky is meest toegankelijk en ziet er zeker de moeite uit waardoor we besluiten om dit deel in te trekken. We doen de ganse route met de auto en stappen op tijd uit bij de viewpoints. We wandelen ook naar de Grand View Point Overlook waar we een prachtig zicht hebben op de Mesa’s (tafelbergen), Butte’s (afgesleten tafelbergen) en Needles (smal stuk rots dat overblijft na afslijting van een mesa). De uitgesleten canyons zijn echt indrukwekkend. Ten zuiden van dit punt komen de Colorado River en de Green River samen waardoor het landschap nog uitzonderlijker is. We rijden ook naar de Green River Overlook waar we een glimp van de diep liggende rivier kunnen opvangen. We stoppen ook aan Whale Rock, een rots in de vorm van een gigantische walvis. De Mesa Arch is een boog (zoals we er veel zagen in Arches) waar je naartoe kan wandelen. Onderweg zien we veel bloeiende cactussen (roze en gele). Het uizicht aan de boog is adembenemend. Je ziet in de verte de hoge bergen liggen en ervoor de uitgesleten canyons. De temperaturen lopen behoorlijk op vandaag tot in de 90 graden Fahrenheit... niet om lang te wandelen dus.
Normaal kan je nu weer op de foto's klikken om te vergroten, door een fout in Blogger kon het bij de vorige niet...

Saturday, June 14, 2008

Arches: het park van de bogen

Op vrijdag de 13e (geen ongeluksdag maar een dag vol natuurpracht, zon en plezier) trokken we naar Arches National Park. Na een ontbijt met lekker brood (een zeldzaamheid hier, versgebakken Europees brood door de eigenaars die Europeanen zijn) vertrekken we naar de ingang van het park, net buiten Moab. Daar starten we de ongeveer 30 kilometer lange weg door het park. Arches is één van de kleinere nationale parken, bekend om het grote aantal natuurlijke bogen in alle maten en vormen. De rotsten hebben de typische rode kleur voor deze streed en nemen verrassende vormen aan. Op de achtergrond heb je steeds een uitzicht over de hoge ‘La Sal Mountains’ die nog met sneeuw bedekt zijn.
De eerste rotsen die we bewonderen zijn de Courthouse Towers met de Towers of Babel, de Sheep Rock en de Three Gossips. Ik zet enkele voeten op een ‘verboden weg’ in de ‘petrified Dunes’ en ontdek prachtige bloemen (onder andere zonnebloemen en bloeiende cactussen). De volgende stop is bij ‘Balanced Rock’, een immense rots waarop een ronde rots ligt. Vanhieruit kunnen we verder rijden naar de ‘Double Arch’ en de ‘North and South Window’, twee bogen die vlak bij mekaar staan. Hier wandelen we een stuk en... Tine spot zowaar een echte ratelslang, opgerold in een bolletje onder een struik in de schaduw. We maken enkele foto’s en filmpjes en laten het beest voor de rest rustig verder tukken...Onderweg komen we een zwerm gekke vogels tegen die heel luid kwetteren en rondvliegen.Nu staat de langste wandeling te wachten: naar ‘Delicate Arch’, een prachtige grote boog die je enkel te voet kan bereiken en hoog gelegen is. De wandeling is heel mooi en tof: langs een riviertje steil omhoog op een massieve rots. We genieten van de mooie zichten en de kers op de taart: de ‘delicate arch’. Onder de boog kunnen we enkele mooie foto’s maken.
De laatste rit brengt ons naar Devils Garden, waar een wandeling start richting ‘Landscape Arch’. Die willen we nog zien; het ziet er de moeite uit. Eerst stoppen we nog bij ‘Sand dune Arch’, een boog verstopt tussen rotsen met rood zand ertussen: heel mooie lichtinval!
De wandeling naar ‘Landscape Arch’ is ook wel leuk. Daar aangekopen lezen we dat je ooit onder de boog kon, maar sinds er een groot stuk is afgevallen (bijna op wandelaars), hebben ze die voor de zekerheid afgesloten. De zon zit ook niet echt optimaal voor foto’s, maar de boog is de moeite!
Ondertussen is het al 18u30 en zijn we voldaan van al dat moois. In ons motel duiken we nog even in het zwembad wat heel verfrissend is en maken we ons klaar om te gaan eten. We kiezen voor ‘Sunset Grill’, een restaurant dat vlakbij ligt op een heuvelrug met een prachtig terras dat zicht geeft over Moab. We genieten van het heerlijke eten (het beste wat we tot nu toe aten): forel en scampi. Na het eten doen we een wilde gok wat betreft het percentage fooi dat we moeten geven. We geven zo’n 20%, wat normaal is als je tevreden bent. Obers verdienen hier bijna niets dus zijn de fooien hun winst, helemaal anders dan bij ons dus!

Als cowboys door Monument Valley

Op 12 juni vetrokken we aan de Grand Canyon richting Moab, zo'n 400 kilometer en geen snelwegen; een behoorlijk lange rit dus. Onderweg maakten we echter een heel bijzondere stop in Monument Valley, gelegen op de grens van de staten Arizona en Utah. Het decor doet meteen denken aan westerns en er werden dan ook heel wat films opgenomen, onder andere door John Ford. John Wayne huppelde hier dus rond op zijn paard!

In deze streek vind je achter elke hoek indianenstandjes die vanalles verkopen: juwelen, aardewerk,...Ook in Monument Valley, aangezien het gebied beheerd wordt door indianen. We beslissen om de 'self guided tour' te doen, een weg waar je ongeveer 3 uur over rijdt. De 'weg' is een niet geasfalteerde, ruwe weg met massa's bobbels en putten en vooral ook heel stoffig. Het rode zand bedekte na de rit onze ganse auto! Het was een heel leuke ervaring om te doen en de uitzichten waren prachtig. De namen van de rotsen waren ook creatief gekozen: the three sisters, elephant butte, artist's point, camel butte,...

We hebben nog een paar leuke verhalen, deze zullen we 'live' vertellen!
Na Monument Valley stond ons nog een lange rit te wachten naar Moab, waar we om 20u 's avonds aankwamen (en eigenlijk was het al 21u, aangezien in Utah 1u minder moet afgetrokken worden van ons Belgisch uur). Het motel valt heel goed mee: een aanrader!

Thursday, June 12, 2008

3 dagen Grand Canyon

Vandaag (12 juni) kwamen we aan in Moab, een stad in Utah gelegen tussen twee nationale parken: de ideale uitvalsbasis dus voor zowel Arches National Park als Canyonlands National Park. Meer nieuws hierover in de volgende berichtjes...

De vorige drie dagen maakten we kennis met de pracht van de bekende Grand Canyon. Vanuit Tusayan, een dorpje vlak bij de ingang van de South Rim van het National Park, konden we drie dagen lang genieten van adembenemende uitzichten over de Canyon.


Gisteren trokken we onze wandelschoenen aan om een stuk van de Bright Angel Trail te doen, een pad dat van de rand van de Canyon tot aan de bodem gaat en zo meer dan 1500 meter daalt. De ‘rangers’ raden terecht aan om dit niet op één dag te doen. Mogelijkheden zijn om de nacht door te brengen op de bodem van de Canyon of met muilezels af te dalen. Wij kozen echter voor een andere optie: we deden een vierde van de afdaling, zo’n 380 meter langs een steil maar redelijk comfortabel wandelpad. De omgeving is prachtig en het is tof om de Canyon eens vanuit een ander perspectief te zien: de kleuren van de rotsen veranderen op een bepaalde hoogte en het stof wordt als maar roder. Heel wat mensen starten de afdaling; van sommige vragen we ons af hoe ze terug boven zullen geraken... De afdaling gaat bijzonder vlot en dit is waar de meeste mensen zich wellicht aan mispakken. Het is verleidelijk om nog een deel af te dalen maar dan volgt de beklimming, en die is minder vanzelfsprekend. We hadden af en toe een rustpauze nodig en aten ook een hapje onderweg om wat energie op te doen. We ontdekten ook roofvogels (achteraf zien we dat het condors zijn) die boven ons cirkelden. Trots bereikten we uiteindelijk de rand... Vanhieruit startten we de ‘Hermit Road’ die je alleen te voet of met een pendelbus kan doen. Het is zoals de oostelijke Rim een aaneenschakeling van schitterende ‘views’: Maricopa Point, Hopi Point en Mohave Point. Onderweg picknickten we met zicht op de Canyon. Vanaf Mohave Point wilden we met het busje verder, maar dat reed jammergenoeg niet verder omwille van wegenwerken. We keerden dan maar terug met de bus en liepen nog tot aan de Lookout Studio, waar informatie over de condors gegeven werd. De vogels cirkelden heel laag over de Rim, wat echt indrukwekkend was om te zien. We hebben dan ook enkele mooie foto’s en filmpjes.

De oostelijke kant van de South Rim deden we grotendeels met de auto. Het was dan ook een weg van 25 miles van het vertrekpunt tot aan Desert View, waar een oude toren staat die binnenin volledig versierd is door Native People (Indianen). We hielden ook halt bij Tusayan Ruin and Museum dat bestaat uit een piepklein museum met ruïnes van de Pueblo’s die er vroeger woonden. Echt indrukwekkend was het niet, maar vooral de wandeling door de ruïnes in het bos was wel fijn.
Verder genoten we nog van mooie zonsondergangen, lekker en minder lekker eten (waaronder een gigantische 'salade' die bestond uit een berg sla waar een heel leger kon van eten), prachtige flora en fauna (muildierherten, soorten eekhoorns, condors, raven, hazen,...) en de 'hot thub' van ons hotel. Relax...

Tuesday, June 10, 2008

Nog meer woestijn in Death Valley

Op 7 juni rijden we van Joshua Tree National Park naar Death Valley National Park door een dor en verlaten landschap waarbij we bijna niemand tegenkomen.
We logeren er in Stovepipe Wells, een plek die bestaat uit een winkel, lodges, een tankstation, een dinner room en een heuse saloon! Klein dus, maar wel te begrijpen als je de temperaturen voelt. Deze zakken niet tot onder de 104 graden Fahrenheit tot de zon onder is en zelfs dan is het nog heet.
We gaan de Sand Dunes nog bekijken die avond, zowaar een mini-sahara in het ruwe berglandschap. Deze werden gevormd door twee tegengestelde winden die daar samenkomen en de zandkorrels op die manier doen ophopen. Echt een mooi zicht dat we 's avonds bij zonsondergang nog wel eens willen zien. Daarnaast wandelen we de Mozaic Canyon in, een prachtige canyon met heel wat verschillende kleuren en uitgesleten gesteente.
Rond 19.30u ’s avonds gaat de zon hier onder (geen zomeruur en de bergen) dus trekken we tegen dan nog terug naar de Sand Dunes om foto’s bij zonsondergang te nemen. Echt de moeite, zoals je op de foto kan zien.

Na een warme nacht met aircolawaai (het was kiezen: stilte en stikken of redelijke warmte en lawaai) vertrokken we al vroeg in de morgen om de andere plekken van het park te verkennen. De namen getuigen van het 'helgehalte' wat temperaturen betreft (Devil's Cornfield, Devil's Golfcourse, Dante's View, Hell's Gate,...). We houden halt in Furnace Creek, het grootste 'dorp' in het nationaal park waar we een bezoekje brengen aan het visitor's centre voor we verder rijden. We trekken naar Badwater, het laagst gelegen punt van heel Amerika, 282 m onder de zeespiegel. Het is een indrukwekkende zoutvlakte met een klein beetje vies uitziend water. We wandelen enkele tientallen meters meer naar het midden toe... wat een hitte!
Van Badwater rijden we naar de ‘Natural Bridge’, waar we even in wandelen tot we de brug zien en dan terugkeren omdat wandelen nu gewoon moordend is. De volgende stop is bij Devil’s Golfcourse, een vreemd uitziende vlakte met zouten uitstulpingen; erg bevreemdend!
Artist’s Drive is een eenrichtingsroute die je kan inslaan en die je langs Artist’s Palette leidt, prachtige kleuren in de bergen (roze, groen, wit, blauw) door verschillende mineralen. Heel mooi en precies buitenaards.
We stoppen nog even aan Golden Canyon, waar je een wandeling kan doen en gaan even in de Canyon, waar precies ooit een weg gelopen heeft die weggespoeld is door een stortvloed (wat soms in de vallei gebeurt). Een wandeling zit er echter niet in, of we sterven ter plekke van oververhitting.
Op naar Zabriskie Point! Opnieuw een heel andere ervaring wanneer we in de richting rijden: de kleuren worden zachter, witter en de bergen glooiender.
Zabriskie is een speciaal uitziende, uitstekende rots, wit van kleur.
Hierna rijden we door naar de 1660 m hoge Dante’s View, waar we een adembenemend zicht hebben op een groot deel van de vallei.

Op de terugweg stoppen we nog even bij de Harmony Borax Works, een overblijfsel van de 19e eeuwse Boraxfabrieken in de regio.

Algemene conclusie: Death Valley is een must voor wie de westkust van de VS bezoekt: prachtige afwisselende natuurwonderen waardoor je na elke bocht versteld staat! De hitte is wel zwaar, maar het is het zeker waard!

Saturday, June 7, 2008

Door de Californische woestijn

Op 5 juni vertrekken we richting Joshua Tree (we logeren in Yucca Valley) met een tussenstop in Palm Springs (de decadente woestijnstad vol golfterreinen en chique villa’s).

In Palm Springs aangekomen worden we meteen geconfronteerd met de woestijnhitte: het kwik klimt met gemak tot aan 40 graden Celcius. We besluiten om naar de Indian Canyon te trekken, dat vlakbij Palm Springs ligt en drie oases omvat die beheerd worden door Indianen. We zullen ons dit bezoek zeker nooit beklagen: het is het paradijs op aarde, mooier dan we ons hadden kunnen voorstellen. En gewoon ongelooflijk dat midden een dorre woestijn, zoiets moois bestaat. De woestijn zit ook vol met leven, wat je niet zou verwachten. Er leven enorm veel variëteiten: zoogdieren (big horn sheep, soorten eekhoorns en kangoeroeratten, konijnen,...), reptielen (heel veel hagedissen in alle kleuren en vormen), spinnen en slangen (die we tot nu toe niet tegen kwamen) en vogels. We genieten met volle teugen en maken een wandelingetje (langer dan anderhalve kilometer hou je echt niet vol in die hitte) waarbij we prachtige vergezichten op de omgeving voorgeschoteld krijgen.

Na deze mooie stop rijden we door naar Yucca Valley waar ons motel ligt. Dit is de uitvalsbasis om op 6 juni richting Joshua Tree National Park te trekken. Joshua Tree is een woestijnpark waar de temperaturen, net zoals in Death Valley (is onze volgende stop) behoorlijk kunnen oplopen. Een vriendelijke ranger geeft ons heel wat uitleg over leuke korte 'hikings' en bezienswaardigheden. We trekken een dag lang door het park (met de auto grote afstanden en op tijd een stop voor foto's en korte wandelingen). De omgeving is echt prachtig: de Joshua tree is alom aanwezig in allerlei maten en vormen. Er zijn heel mooie en vaak bizarre rotsformaties en we maken kennis met het rijke woestijnleven: de enige echte 'roadrunner', woestijnratjes, 'beverstaartcactussen', bloemen, vogels, hagedissen,... We genieten volop!

De woestijn kan ons zeker bekoren, dus... op naar Death Valley voor meer van dat moois!

Thursday, June 5, 2008

Los Angeles: vele werelden in één stad

We zijn enkele dagen geleden goed geland in Los Angeles, na een vlotte vliegreis (we hadden ongeveer 1u vertraging bij het opstijgen in Londen).

Bij de douane werden we meteen geconfronteerd met de 'vriendelijkheid' van de doorsnee Amerikaan. Een norse man van ongeveer 35 liet ons een afdruk van onze wijsvinger nemen en nam een foto. Dan stelde hij enkele vragen waaronder: 'How long are you going to stay?'. Waarop ik antwoordde:'untill the 26th'. Hij: 'the 26th of what, december?' Maar na deze eerste ontmoeting en enkele lange wachtrijen voor bagagecontrole en dergelijke, begaven we ons naar het autoverhuurbedrijf met een busje. De vermoeidheid had wel toegeslaan... Aangekomen, toonde ik mijn reservatiebrief waarop de gladde verkoper ons een zwaardere auto met geblindeerde ruiten en hybride motor en... probeerde aan te smeren. We twijfelde even, maar bleven dan bij ons oorsponkelijk gedacht: een 'compact' wagen is voor 2 voldoende. Op de parking kon je gewoon een wagen kiezen die bij 'compact' stond en... die auto's waren volgens onze normen al halve gezinswagens! Nu rijden we dus met een blitse Chevrolet rond, splinternieuw en vlotjes bollend.




















Het hotel valt goed mee. Het is basis en het ontbijt is vettiger dan ik ooit van een Amerikaans ontbijt had kunnen dromen, maar we slapen goed en dat is het belangrijkste.

L.A. is een gigantische stad (het is dan ook de 3e grootste ter wereld volgens de Trotter) en geeft ons soms een onrustig gevoel. Er is ook een enorme verscheidenheid, waar we intussen al kennis mee gemaakt hebben: de superdeluxe buurten als Bel Air, Beverly Hills, West-Hollywood, Santa Monica,... en dan Downtown met de gigantische wolkenkrabbers en grootstedelijke wijken. De filmwereld zorgt voor een irrealistisch pretparkgevoel en dan zijn er de vele nationaliteiten en bijgevolg restaurants, winkels,...

Op 3 juni zijn we de Universal Studios gaan bezoeken en daar zijn we een hele dag zoet mee geweest. Het was dan ook echt de moeite en je waant je in een reuzepretpark. Het bezoek aan de filmsets was echt super; we zagen ook het deel dat platgebrand is een vijftal dagen geleden... spijtig en het is echt een groot terrein. We zagen sets van een vliegtuigcrash uit 'The war of the worlds', de set van 'Desperate Housewifes', de enige echte 'Jaws',... In het park zelf waren er tal van attracties die je deden kennismaken met de virtuele technieken, special effects, decors van oa Jurrassic Parc, Waterworld,... We ontmoetten ook speciale creaturen, die zich vooral tot Dimitri aangetrokken voelden...














Gisteren (4 juni) gingen we 'Downtown', wat ook de moeite was. We wandelden door dit immense stadsgedeelte (wat waarschijnlijk op zich al groter is dan Brussel) en zagen oa de Walt Disney concerthall, die heel bekend is voor de speciale architectuur. In de namiddag gingen we richting Hollywood Boulevard, waar we het Mann's Chinese Theatre bezochten en tegelijk de hand- en voetafdrukken van de sterren konden bewonderen. Vandaar vertrekt ook de Walk of Fame, met de sterren in de straatstenen. Daarna gingen we wat aan site-seeing doen in de chique buurten van LA (Bel Air, Beverly Hills). We kochten zo'n kaart waarop de villa's van de sterren op aangeduid staan (echt de toerist uithangen hé) en reden oa langs het huis van Tom Cruise. Je ziet dan natuurlijk niet meer dan een hek met groen... We reden langs Mulholland Drive tot in Beverly Hills, waar we ons waagden aan een wandeling door de duurste winkelstraat ter wereld (met oa alle grote Italiaanse en Franse ontwerpers zoals Louis Vuitton, Dolce&Gabanna,...).















We sloten de dag af met een bezoek aan de wereldberoemde letters van Hollywood. We hadden tegelijk een adembenemend uitzicht op de skyline van LA.















Het weer valt ook heel goed mee. Vandaag straalt de zon (het is nu 9u hier), de vorige dagen kwam de zon pas na de middag. Dit is blijkbaar typisch in LA in juni: de zon moet zich een weg door het smog boren...

Straks vertrekken we naar ons eerste national park: 'Joshua Tree'... spannend.

Kortom: het bruidspaar stelt het goed hier, we hebben al heel wat beleefd... en er komt natuurlijk nog veel.