

Alvast twee typische sfeerbeelden: de bekende Cable Car en Golden Gate Bridge van San Francisco...
Live verslag volgt heel binnenkort!













Nu staat de langste wandeling te wachten: naar ‘Delicate Arch’, een prachtige grote boog die je enkel te voet kan bereiken en hoog gelegen is. De wandeling is heel mooi en tof: langs een riviertje steil omhoog op een massieve rots. We genieten van de mooie zichten en de kers op de taart: de ‘delicate arch’. Onder de boog kunnen we enkele mooie foto’s maken.




Gisteren trokken we onze wandelschoenen aan om een stuk van de Bright Angel Trail te doen, een pad dat van de rand van de Canyon tot aan de bodem gaat en zo meer dan 1500 meter daalt. De ‘rangers’ raden terecht aan om dit niet op één dag te doen. Mogelijkheden zijn om de nacht door te brengen op de bodem van de Canyon of met muilezels af te dalen. Wij kozen echter voor een andere optie: we deden een vierde van de afdaling, zo’n 380 meter langs een steil maar redelijk comfortabel wandelpad. De omgeving is prachtig en het is tof om de Canyon eens vanuit een ander perspectief te zien: de kleuren van de rotsen veranderen op een bepaalde hoogte en het stof wordt als maar roder. Heel wat mensen starten de afdaling; van sommige vragen we ons af hoe ze terug boven zullen geraken... De afdaling gaat bijzonder vlot en dit is waar de meeste mensen zich wellicht aan mispakken. Het is verleidelijk om nog een deel af te dalen maar dan volgt de beklimming, en die is minder vanzelfsprekend. We hadden af en toe een rustpauze nodig en aten ook een hapje onderweg om wat energie op te doen. We ontdekten ook roofvogels (achteraf zien we dat het condors zijn) die boven ons cirkelden. Trots bereikten we uiteindelijk de rand... Vanhieruit startten we de ‘Hermit Road’ die je alleen te voet of met een pendelbus kan doen. Het is zoals de oostelijke Rim een aaneenschakeling van schitterende ‘views’: Maricopa Point, Hopi Point en Mohave Point. Onderweg picknickten we met zicht op de Canyon. Vanaf Mohave Point wilden we met het busje verder, maar dat reed jammergenoeg niet verder omwille van wegenwerken. We keerden dan maar terug met de bus en liepen nog tot aan de Lookout Studio, waar informatie over de condors gegeven werd. De vogels cirkelden heel laag over de Rim, wat echt indrukwekkend was om te zien. We hebben dan ook enkele mooie foto’s en filmpjes. 
Na een warme nacht met aircolawaai (het was kiezen: stilte en stikken of redelijke warmte en lawaai) vertrokken we al vroeg in de morgen om de andere plekken van het park te verkennen. De namen getuigen van het 'helgehalte' wat temperaturen betreft (Devil's Cornfield, Devil's Golfcourse, Dante's View, Hell's Gate,...). We houden halt in Furnace Creek, het grootste 'dorp' in het nationaal park waar we een bezoekje brengen aan het visitor's centre voor we verder rijden. We trekken naar Badwater, het laagst gelegen punt van heel Amerika, 282 m onder de zeespiegel. Het is een indrukwekkende zoutvlakte met een klein beetje vies uitziend water. We wandelen enkele tientallen meters meer naar het midden toe... wat een hitte!
Na deze mooie stop rijden we door naar Yucca Valley waar ons motel ligt. Dit is de uitvalsbasis om op 6 juni richting Joshua Tree National Park te trekken. Joshua Tree is een woestijnpark waar de temperaturen, net zoals in Death Valley (is onze volgende stop) behoorlijk kunnen oplopen. Een vriendelijke ranger geeft ons heel wat uitleg over leuke korte 'hikings' en bezienswaardigheden. We trekken een dag lang door het park (met de auto grote afstanden en op tijd een stop voor foto's en korte wandelingen). De omgeving is echt prachtig: de Joshua tree is alom aanwezig in allerlei maten en vormen. Er zijn heel mooie en vaak bizarre rotsformaties en we maken kennis met het rijke woestijnleven: de enige echte 'roadrunner', woestijnratjes, 'beverstaartcactussen', bloemen, vogels, hagedissen,... We genieten volop! 


